Wat zijn de kosten?
Gaat het je (veel) geld kosten om een hulpverlener in de arm te nemen? Dat hoeft niet. Instellingen voor maatschappelijk werk zijn bijvoorbeeld gratis. Een vrijgevestigde therapeut kost vaak wel geld, al is het maar een eigen bijdrage.
Het hulpaanbod van instellingen en vrijgevestigde hulpverleners staat kwalitatief op hetzelfde niveau. Maar financieel zijn de verschillen groot. Dit kan voor cliënten een rol spelen bij de keuze van een hulpverlener.
Instellingen
Hulpverlening door een instelling voor algemeen maatschappelijk werk is gratis. Ook de hulpverlening door een ggz-instelling is grotendeels gratis. Deze laatste hulp wordt gefinancierd uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Iedereen die legaal in Nederland woont, is automatisch verzekerd voor de AWBZ. Wettelijk is wel een eigen bijdrage van € 15,20 per sessie verschuldigd tot een maximum van € 675 per kalenderjaar. Het aantal zittingen bij een Riagg is beperkt tot 25. Alleen wanneer de cliënt jonger is dan achttien jaar of wanneer de diagnose persoonlijkheidsstoornis is gesteld, geldt een maximum van vijftig keer. Voor het algemeen maatschappelijk werk is geen verwijsbrief nodig. Voor de ggz-instellingen geldt dat wel: om voor vergoeding in aanmerking te komen, is altijd een verwijsbrief van huisarts of specialist noodzakelijk.
Vrijgevestigden
Bij vrijgevestigde hulpverleners is het beeld diverser:
- Soms is een gedeeltelijke vergoeding door de zorgverzekeraar mogelijk, ofwel binnen het basispakket ofwel binnen een aanvullend pakket (als je tenminste aanvullend verzekerd bent).
- Soms is een nagenoeg volledige vergoeding mogelijk vanuit de AWBZ (zie verder het verhaal hierboven onder Instellingen). Dit geldt voor alle psychiaters en voor een klein deel van de psychotherapeuten.
- En soms is helemaal geen vergoeding mogelijk.
Als je voor de behandeling moet betalen lopen de tarieven sterk uiteen. Soms hanteren hulpverleners een glijdende schaal en vragen ze een tarief dat afhankelijk is van het inkomen van de cliënt. Op rozehulpverlening.nl staat bij elke hulpverlener vermeld wat diens tarief is en wat de vergoedingsmogelijkheden zijn. In een eerste telefonisch contact met een hulpverlener kun je hier ook naar informeren. Als de cliënt de behandeling zelf betaalt, is nooit een verwijsbrief nodig. Als sprake is van een gedeeltelijke of bijna volledige vergoeding, kan dit wel het geval zijn. Zelf betalen kan dus het voordeel hebben dat je aan niemand verantwoording hoeft af te leggen over waarom je deze therapie nodig vond. Maar de kosten kunnen wel oplopen. Vergoeding is soms ook mogelijk door de werkgever, als het gaat om werkgerelateerde problematiek of loopbaancoaching. Ook kan de Sociale Dienst besluiten de kosten te vergoeden, indien de therapie toekomstige arbeidsparticipatie ten goede kan komen. Hoeveel je vergoed krijgt door de overheid of door de zorgverzekeraars zegt niets over de kwaliteit van de betreffende hulpverlener. De landelijke overheid heeft maar een beperkt budget voor de AWBZ-vergoedingen. Ook loopt het vergoedingssysteem achter op de praktijk van de groeiende diversiteit aan benaderingen in de hulpverlening. Het duurt doorgaans jaren voordat een nieuwe benadering officieel is erkend en voor vergoeding in aanmerking komt.